Dit gedicht is een anti-psalm, dus het tegenovergestelde van Psalm 23, met daaraan gekoppeld wat Jezus zegt in Lucas 12: 19 – 21.
Ik ben mijn eigen herder.
Ik ben mijn eigen herder,
‘k heb helemaal geen gebrek.
Mijn leven kabbelt verder,
en dat is niet zo gek…..> Mijn huis ligt aan het water,
het is hier heerlijk stil.
Ik drink, en denk aan later,
omdat ik genieten wil.
Mijn werk, dát ligt in ’t duister,
ik word niet bang gemaakt.
Nog vóór ’t geheim gefluister
Heb ik je kop gekraakt. Als ik straks ga dineren
met de rijken in het land,
dan zullen ze mij eren
om mijn uitzonderlijk verstand.
Ik ga het verder maken,
de zaak staat aan de top!
Een crisis kan mij niet raken,
en de drank die raakt nooit op. Ik ga mijzelf ook geven
een heerlijk hoog pensioen
voor de jaren ná dit leven,
wanneer ik niets meer hoef te doen.
Maar Jezus zegt: “Ach stakker,
is dít waarvoor jij leeft?
Waarom word jij niet wakker
voordat het leven je begeeft?!
Want er is geen mens die kan bepalen
hoelang jij geniet van ’t geld.
Als God jouw ziel komt halen
ben je heel gauw uitgeteld”.
Bas Bronkhorst.
24 november 2010.