Na overspel toch troost.
De schok is groot…..
hoe kan dat nou……
hun leven leek toch goed?
Nu in de goot!
Is dat de trouw
zoals in ’t huwelijk moet? Verlamd ben ik.
Wat moet ik doen?
Er zijn nu zoveel vragen!
Zij geeft een snik,
denkt aan die zoen
die ze niet meer kan verdragen.
Ze is kapot
als ik bemerk
hoe hij haar heeft bedrogen.
Hoe hij – vanbinnen rot –
vanaf zijn werk
haar steeds heeft voorgelogen. Ze belt hem op,
bewijst zijn schuld:
“Wat ben jij voor een vent?”
De verdwaasde kop,
van zichzelf vervuld,
heeft alles eerst ontkend.
Zo’n dag duurt lang,
maar ook de week
is anders dan gewend.
Het maakt haar bang,
ze ziet lijkbleek……
totdat hij alles heeft bekend. De spanning valt,
ploft van haar af,
maar komt toch loodzwaar neer.
Hij heeft ’t verknald!
Oh, wat een straf!
Wat was, dat komt nooit weer.
De toekomst maakt haar niet meer blij,
ze is nu in de rouw
en voelt zich als mannin alleen!
Maar de Here God, Hij was er bij,
Hij is een God van trouw.
Hij slaat Zijn armen om haar heen
en zegt: “Ik hou van jou”.
Bas Bronkhorst.
10 – 15 november 2010.