Israël nu!
Eeuwenlang verstrooid,
overal verdreven,
meestal ook bespot,
nooit zeker van het leven.
Eeuwenlang vervolgd,
bezig te ontwaken. (Ezechiël 37: 7-8)
Vijanden rondom Nu !
die proberen het hart te raken.
“Toch breng Ik de Heer, (Ezech. 37: 21 en 23)
hen terug uit verre landen. God sprak en het gebeurt nu!
Ik doe dit tot Míjn eer,
’t gebeurt ook door Míjn Handen”.
De dorre beenderen uit het dal (Ezech. 37: 5 + 8)
komen in onze tijd tot leven.
Het wachten is nu nog op Gods tijd (Ezech. 37: 14)
dat Hij hen ook Zijn Geest zal geven.
Vlucht…vlucht…ga weg! Vgl. Jeremia 51: 6
De Jagers zijn gekomen! (Jeremia 16: 16). Nu!
Uw ouders hebben toch niet voor niets
zó lang van Jeruzalem mogen dromen?
“Keer nú terug naar Mij, (Ezech. 37: 27)
Ik wil bij jullie wonen. God spreekt nu!
Want Ik keer nu het tij,
zoals Ik aan de heidenen zal tonen”. (Ezech. 37: 28)
De verdeeldheid die er nu nog heerst
in het alledaagse Joodse leven,
zal God Zelf veranderen
door eenheid aan Zijn volk te geven. (Ezech. 37: 19 + 22)
Gods volk wordt nu in het vuur gebracht, (Zacharia 13: 8-9)
gelouterd en beproefd.
Wanneer ze Zijn Naam gaan aanroepen
is satan afgetroefd.
Als God daarna Zijn Geest laat vloeien (Ezech. 37: 9 + 14)
in ál Zijn Joodse kind’ren,
is er geen enkele duistere macht
die dat nog kan verhind’ren.
God Zelf komt dan weer bij hen wonen
met David als Zijn KoningKnecht. (Ezech. 37: 24)
En in Zijn tabernakel
maakt Hij dan alles recht. (Ezech. 37: 26-27)
Eeuwenlang geliefd!
Nooit meer worden verdreven!
Nooit meer worden bespot!
Zeker van eeuwig leven!
16 – 28 oktober 2024.
Bas Bronkhorst.
