Gods Heiligheid.
1.
Heilig…heilig…heilig! * * Openbaring 4: 1 – 11.
Heilig is de HEER !!!
Johannes hoorde deze tekst
– gesproken tot Gods eer –
nadat er een deur geopend was
waar hij doorheen mocht gaan,
zodat hij – in geestvervoering –
de hemeltroon zag staan
waarop Iemand Die gezeten was
in majesteit en pracht,
waarbij elk van de vierentwintig oudsten
Hem in aanbidding hulde bracht.
Maar voordat dit gebeurde
had hij – als een bazuin – gehoord
dat hij aan de gemeenten mocht vertellen
wat hij zag…maar in geschreven woord. * * Openbaring 1: 10 – 19.
En toen hij om zich heen keek
en dacht: “Waar komt die stem vandaan?”
zag hij tussen zeven gouden kandelaren
Iemand, als een zoon van mensen, staan
– met om Zijn gewaad een gouden gordel
– en met ogen als een vlammend vuur,
– met een zwaard dat uit Zijn mond kwam,
blinkend als de zon op ’t heetste uur.
Bij het zien van dit overweldigend visioen
van de grootsheid van zijn Heer,
werd Johannes door emoties overmand…
en viel hij als dood voor Zijn voeten neer.
Toen werd er een hand op hem gelegd,
een stem zei: “Wees niet bang,
Ik ben de Eerste en de Laatste,
Ik was dood, maar niet voor lang,
want Ik ben de Levende tot in eeuwigheid,
Ik heb de sleutels van de dood.
Het dodenrijk behoort Mij toe!
Schrijf jij maar op wat Ik je daarnet gebood”.
xxx
Een ontmoeting met onze God en Heer
gaat met veel emoties en stress gepaard.
Dat weten we ook van andere profeten
waarvan de verhalen in de Bijbel zijn bewaard.
xxx
2.
Want ook Jesaja zag God op Zijn troon, * * Jesaja 6: 1 – 8.
en een seraf die riep tot Zijn eer:
“Heilig…heilig…heilig!
Heilig is de HEER !!!”,
waarbij de profeet zich realiseerde
dat hij geen recht had op bestaan,
zodat een seraf hem met vuur moest raken
voordat hij verder tot God mocht gaan.
xxx
Later kreeg ook Ezechiël * * Ezechiël 1: 1.
van God een visioen
terwijl hij aan de rivier de Kebar stond.
De Heer vertelde hem wat hij moest doen
nadat hij op zijn gezicht gevallen was * * Ezechiël 1: 25 – 2: 10.
bij het zien van een soort troon,
met Iemand Die daarop plaatsgenomen had
in de gedaante van een mensenzoon.
Nadat de Geest hem meegenomen had * * Ezechiël 3: 14 – 15.
– ontdaan door wat hem was geopenbaard –
ging Ezechiël naar de ballingen toe.
Zeven dagen was hij van de kaart.
xxx
In zijn nachtgezichten, zijn dromen, * * Daniël 7: 9 – 10.
zag ook Daniël een troon.
Een Oude van dagen nam er plaats op…
bij het gerechtshof heel gewoon.
Even later, met de hemelwolken, * * Daniël 7: 13 – 14.
kwam er Iemand als een mensenzoon,
aan Wie heerschappij, eer en alle macht
gegeven werd vanaf de troon.
Jaren later, aan de Tigris, * * Daniël 10: 4 – 9.
kreeg Daniël weer een visioen.
– de mannen bij hem die niets zagen
vluchtten weg, daar was niets tegen te doen –
Hij zag een man in linnen kleren,
om Zijn heupen een gouden band.
Zijn ogen waren als vurige fakkels,
Zijn gezicht als bliksem die alles verbrandt.
Dit werd Daniël teveel,
hij had geen krachten meer.
De kleur trok weg uit zijn gezicht,
in zwijm viel hij op de aarde neer.
3.
Toen hij door een hand werd aangeraakt * * Daniël 10: 10 – 19.
kon zijn lichaam dit maar nauwelijks aan.
Pas toen de stem zei: “Daniël, zeer beminde man”,
kon hij bevend op zijn benen staan.
xxx
De heiligheid van onze God,
zoals die in taal staat opgeschreven,
háált het niet bij wat deze mensen
in werkelijkheid mochten beleven.
Het vuur waarmee God is omgeven
maakt ons als schepselen zó klein…
Dat vuur, door de Heilige Geest gegeven, * * Mattheüs 3: 11b +
zuivert ons, en maakt ons rein. Handelingen 2: 3 – 4.
Als ik dan tot God mag naderen
in grote eerbied en met diep ontzag,
ben ik niet aan tijd gebonden,
’s morgens, ’s avonds, of overdag,
maar ik moet mij wél bewust zijn
van míjn kleinheid en Zíjn grote macht,
van de eer om bij Zijn troon te komen
in aanbidding, terwijl ik op Zijn antwoord wacht.
In deze houding, zonder woorden,
breng ik knielend Hem de eer,
van Wie in de Schriften staat geschreven:
“Heilig…heilig is de HEER!!!”
25 september – 5 oktober 2013.
Bas Bronkhorst.