Weggerukt uit het leven.
Ze oefenden als militair
op donk’re wegen, het was nacht.
Een auto kwam hen achterop….
één heeft het er niet levend afgebracht.
Hij mocht naar huis,
ging zich douchen en aankleden.
Toen de zuster kwam….
was hij al overleden.
Ze zaten op een terras
gezellig met elkaar te praten.
Plotseling werd zij niet goed….
het ziekenhuis mocht niet meer baten.
Zo word ik steeds geconfronteerd
met de eindigheid van dit leven,
want de zekerheid van mijn aards bestaan
kan geen enkel mens mij geven.
Alleen mijn God, de Allerhoogste,
kent mijn einde, zelfs mijn gedachte….
of ik Jezus’ Wederkomst
wel of niet verwachtte.
De wereld om mij heen
die eist van mij prestatie.
Maar onze Schepper, onze Heer….
Hij vraagt alleen relatie. *1)
En deze relatie – met geopend hart –
veranderde heel mijn leven,
zodat ik – wanneer ’t mijn tijd mocht zijn –
voor de dood niet hoef te beven.
Ik heb daarom anderen verteld
– soms uitgebreid, soms even –
hoe Jezus Christus voor ons allemaal
Zijn leven heeft gegeven.
Maar ook hoe Hij, hangend aan het kruis,
– ongeveer 2.000 jaar geleden –
voor Zijn verblinde vijanden
om vergeving heeft gebeden. *2)
En dát ben ik nu óók gaan doen: *3)
vergeving vragen en vergeving schenken,
zonder mij te bekommeren om
hoe anderen over mij gaan denken.
Want wat de Here Jezus ons heeft geleerd
moet ook uit míjn leven blijken….
zodat de buren – in ’t geheim –
met jaloersheid naar mij kijken.
Als Jezus door míj zichtbaar wordt
omdat ’t door Zíjn Geest gelukt….
dan mag dát de vertroosting zijn
wanneer ík zou worden weggerukt.
*1) = Mattheüs 25: 12 + Lukas 13: 25 – 27.
*2) = Lukas 23: 34.
*3) = Matth. 6: 14 – 15 + Markus 11: 25 – 26 + Luk. 17: 3 – 4.
Bas Bronkhorst.
© 31 mei – 7 juni 2012.